dinsdag 26 juli 2011

Loïs

Het was best rustig in de leerlingenkamer. Wie had er nou gedacht dat ik in Gryffindor zou komen? Ik had het een en ander gelezen over de afdelingen en ik was er heilig van overtuigd dat ik een ware Hufflepuff was. Maar dat was dus blijkbaar niet. Dagda sprong op mijn schoot, krulde zich op en begon te spinnen toen ik hem achter zijn oortjes krabde. Jared en Nyna hadden een gesprek over Zwerkbal. Van alleen al de manier van praten, kon ik horen dat Jared er van hield. Zwerkbal leek me erg interressant. Het vliegen door de lucht, het zou vast een geweldige kick geven. De wind door je haren, de grond onder je voeten die steeds kleiner wordt. Vrijheid. Het gevoel van vrijheid zal vast overheersen. Ineens wilde ik een bezem. Ik wilde vliegen. Maar ik was eerstejaars, dan mag je geen eigen bezem. Volgende zomer zou ik mijn ouders meenemen naar de Diagon Alley, en dan zou ik ze zover krijgen dat ik een bezem mocht. Ik had gehoord over een zekere Nimbus 2008, het nieuwste model van de Nimbusserie. Het zou een erg goede bezem zijn. "Wat vind jij Loïs?" vroeg Nyna. Nyna en Jared keken beide naar mij. Mijn wangen werden rood. Ik had niet geluisterd. "Sorry, ik was even met mijn gedachten weg." zei ik zacht. Jared grinnikte. "Jared wilt een bezemsteel stelen zodat hij Zwerkbal kan oefenen!" zei Nyna. "M-maar dat is tegen de regels! Je mag niet stelen!" zei ik. Het kwam er harder uit dan ik gepland had. Jared haalde zijn schouders op alsof het niets was. Ik schudde mijn hoofd en zuchtte. Dagda ging verzitten en ging met zijn staart door mijn gezicht. Het kriebelde waardoor ik zachtjes lachte. Dagda mauwde en likte aan mijn pols. Daarna sloot hij zijn helderblauwe ogen. Ik ging langzaam met mijn hand door zijn korte, zachte, witte haren. De punt van zijn staart had een lichtgrijze kleur. Dagda was nog geen jaar oud. Ik had hem gekregen de dag na mijn verjaardag. Mijn ouders hadden de Hogwarts brief gelezen en lazen dat ik een huisdier mocht. Ik was dol op dieren en wilde al eeuwen een kat. Mijn ouders hebben het alleen niet op katten, maar ze besloten dat ik er toch een mocht aangezien ik toch zo'n driekwart van het jaar op school zou zitten. Dagda was mijn kleine baby. Ik behandelde hem als een prinsje, hij sliep zelfs bij me in bed. Als iemand aan Dagda zat, zat hij aan mij. Uit een zakje van mijn rok haalde ik een kattenbrokje. Dagda at hem dankbaar op.

zondag 24 juli 2011

Jared

Samen met Nyna en Loïs werd ik door een klassenoudste naar de leerlingenkamer geleid. Ik keek verwonderd om me heen. Ik wist dat portretten bewegen, maar toch vond ik het nog altijd intrigerend en ik bleef er dus ook naar kijken. In de toespraak was door McGonagall gezegd dat het Verboden Bos niet in mochten. Ik begon steeds meer zin te krijgen om uit te vinden wat daar dan allemaal aan de hand was. Hogwarts was volgens mij heel erg interessant met alle geheime gangen en ik wilde graag uitvinden waar ze allemaal naar toe leidden. Ik bleef even staan bij een portret waar drie oude heksen een potje aan het knalpokeren waren toen ik Nyna's stem hoorde. 'Wel meelopen jij.' Meteen daarna voelde ik een hand de stof van mijn gewaad bij mijn keel vastgrijpen en werd ik door haar meegetrokken. 'Hé! Voorzichtig! Ik stik.' bracht ik er moeilijk uit en ik zag dat Nyna grijnsde. Ze leek helemaal in haar nopjes. Ze liet me weer los. 'Wat is het hier geweldig groot hè? En die trappen bewegen! Ze bewegen! Hoe gaaf is dat!' zei ze enthousiast. 'Ik bedoel.. Roltrappen bewegen ook. Maar dit is toch heel iets anders!' voegde ze eraan toe. 'Roltrappen?' zei ik en ik trok mijn wenkbrauw op. Ik keek naar Loïs. 'Je gaat op een tree van de roltrap staan en de de trap beweegt je om hoog. Hij wordt aangedreven door een motor.' zei ze zachtjes. Ik begreep er nog steeds niets van, maar het maakte me niet zoveel uit. Dreuzel gedoe. Na een tijdje kwamen we bij een portret aan waar een mollige.. Nee.. Niet mollig. Ze was eerder dik.. Waar een dikke mevrouw in een knalroze jurk deftig in poseerde. Haar haren waren opgestoken in een knot. 'Allemaal eerstejaartjes. Wat een feest toch weer elk jaar.' jubelde ze. De klassenoudste draaide zich naar ons toe. 'Het wachtwoord is..' Hij slikte even. Het leek alsof hij het moeilijk vond om het uit te spreken. De klassenoudste was een erg gespierde vijfdejaars die volgens mij Drijver was in het Zwerkbalteam. Zijn naam was Colin Abbott. 'Oké. Ik wil dat jullie dit wachtwoord goed onthouden.. Het is..' Hij slikte nog een keer. 'Regenboogeenhoorns.' zei hij zacht, maar toch hoorde iedereen het en er begonnen een paar mensen hard te lachen, waaronder ikzelf. Het was niet eens grappig geweest als Colin het niet gezegd alsof hij zich er ontzettend voor schaamde. Het portret zwaaide open en na een tijdje klauterden Nyna, Loïs en ik er doorheen.

zaterdag 23 juli 2011

Madison

Het gaf me een redelijk benauwd idee dat deze leerlingenkamer onder het Grote Meer lag. Hierdoor had het licht ook een groenige gloed. Ik zat op de zwart leren bank. Niemand had het in zijn of haar hoofd gehaald om naast me te gaan zitten. Maar goed ook. Afwezig keek ik naar Bill en Blake die toverschaak deden. Ze waren best goed. Ik vond het spel fascinerend. Ik was geen magische spelletjes gewend door mijn dreuzel opvoeding. Volgende zomer zou ik niet terug gaan naar het weeshuis. Ik zou in de Lekke Ketel gaan logeren. Of waar dan ook. Ik had familie, dat had ik nagezocht. Waarschijnlijk zouden zij mij niet kennen. "Maddy? Wil jij ook?" Sheryll hield me smekkies voor. Ik wees ze beleefd af. Maddy. Ik had tegen mijn 'groepje' gezegd dat ze me Maddy mochten noemen. Dat zou hun vertrouwen in mij vast vergroten. "Hé Bill. Laat mij dat eens doen." Zei ik en ik wees naar het toverschaak. Bill keek op van het spelletje. "Kun je dat wel?" vroeg hij. Ik keek hem vuil aan. "Onderschat me niet" siste ik. Ik hield er niet van als mensen me onderschatte. Bill ging van zijn plaats toen ik opstond. Ik liet me tegenover Blake op de groene fauteuil zakken. Er volgde een intens potje toverschaak van minstens een uur. Ik had al drie keer van Blake kunnen winnen, maar ik wilde hem in de war laten raken. Ik wilde dat hij helemaal vast zou komen te zitten. Ik zou dit potje eindigen met een meesterlijke zet. Er rolde een zweetdruppel over Blake's slaap. Hij twijfelde over wat hij moest doen. Hij zag dat hij geen kant meer op kon. Na enkele zetten was het potje uit en had ik, natuurlijk, gewonnen. Trots stond ik op. "Lindsay, Sheryll, kom. We gaan naar de slaapzaal." Zei ik. Lindsay en Sheryll stonden braaf op en liepen achter me aan, de trappen af naar de slaapzalen. De slaapzalen lagen nog dieper dan de leerlingenkamer zelf. De oude muren werden slecht verlicht door oude fakkels. Ze waren betoverd. Het licht was magisch. Ik opende de donkere eikenhouten deur naar de slaapzaal voor de eerstejaars meisjes. Het was zoals ik al verwachtte, donker. De hemelbedden hadden dikke groene gordijnen. Het hout van de bedden was zwart. De bedden waren allemaal al opgemaakt. Mijn blik schoot door de kamer opzoek naar het bed met mijn hutkoffer ervoor. Mijn bed stond naast het raam. Ik liep er langzaam naartoe. Het glas voelde koud toen ik mijn hand er op legde. We zaten echt onderwater. Ik zag iets in het wier bewegen. Een wierling schoot voorbij. Ik schrok, maar liet het niet merken. Ik schoof de gordijnen voor het raam snel dicht en ging op mijn bed zitten.

zondag 17 juli 2011

Nyna

Ik keek Loïs na toen ze langs me heen naar de tafel van Gryffindor liep. Ik was blij voor haar. Ze leek zo gelukkig. Ik glimlachte even. Ik begon te fantaseren hoe leuk het zou zijn als ik samen met haar bij Gryffindor zou zitten. Loïs leek me een ontzettend lief persoon waar ik hele goede vrienden mee zou kunnen worden. Ik had niet door dat er ondertussen al veel meer mensen waren gesorteerd. Ik dacht alleen maar na over gesprekken bij een warme haard en spelletjes. Samen naar de Zwerkbal wedstrijden kijken. Loïs dingen uitleggen over Zwerkbal. Samen dingen te weten komen. Avonturen beleven. Ik glimlachte. Het zou geweldig worden. 'Nyna. Nyna!' siste Jared toen in mijn oor. Ik keek op. Ik zag hoe de hele zaal zo'n beetje naar me keek. 'Nyna Matthews.' zei McGonagall. Ik keek haar recht aan en begon toen langzaam naar voren te lopen. Hoe lang had het geduurd voordat ik gereageerd had? Ik wilde er niet eens overna denken. Ik liep naar het krukje en de hoed werd op mijn hoofd gezet. Hij zakte over mijn ogen heen en het werd donker. Ook hoorde ik het gestommel uit de zaal niet meer. Ik was helemaal alleen met de hoed. Oh wat klinkt dat toch belabberd. 'Je bent slim genoeg om naar Ravenclaw te gaan, dat zeker. Ik zie een goed stel hersenen. Leergierig ook, dat zeker. Maar ook erg opzoek naar avontuur en dapper ook. Ook zie ik iemand die erg loyaal is naar vrienden toe en haar vrienden graag wil beschermen. Ik weet wel waar ik je plaats..' zei de hoed in mijn oor. Ik spande mijn spieren en voelde me ineens ontzettend zenuwachtig. 'Gryffindor!' werd er toen opeens door de zaal geroepen. Ik grijnsde toen de hoed van mijn hoofd werd gehaald en ik weer de zaal ik kon kijken. Ik was zo blij! Ik sprong op van het krukje en liep naar de tafel van Gryffindor waar nog een lege plek naast Loïs was. Ik ging vrolijk naast haar zitten. Loïs zat ook helemaal te glunderen. 'We zitten bij elkaar!' zei ze blij. 'Ja, ik weet het!' zei ik enthousiast. Toen was ook Jared aan de beurt. Het zou leuk zijn als hij ook bij ons zou zitten.. En ja hoor. Ook hij werd bij Gryffindor ingedeeld. Hij ging tegenover mij en Loïs zitten. 'Zo. Dat is dan ook weer gebeurd. Wanneer zou het eten komen?' zei hij luchtig, maar ik wist zeker dat hij ook ontzettend blij en opgelucht was. Volgens mij zou hij het ook niet leuk hebben gevonden om in Slytherin te komen. Veel tijd om erover na te denken hadden we niet, want het laatste persoon was ondertussen gesorteerd en de toespraak zou beginnen. We keken allemaal naar de tafel en waren benieuwd wat er nu weer voor bijzonders zou komen.

Loïs

In het bootje had Jared ons proberen bang te maken met verhalen over monsters in het meer die je naar beneden zouden trekken als je je hand in het water stak. Nyna keek hem ongelovig aan. Ik wist dat Jared gelijk had over de monsters. Maar ze zouden je geen kwaad doen. Alhoewel, dat zouden ze wel kunnen, maar ze leven erg diep en komen zelden aan het water oppervlak. Geen reden dus om je zorgen te maakte, stelde ik mezelf gerust. Voordat ik naar Hogwarts ging had ik uiteraard het een en ander gelezen, zodat ik niet al te onvoorbereid was, maar toch bleef alles me verbazen en merkte ik dat ik nog lang niet alles wist. Voor ons doemde het grote kasteel op. Ik had kriebels in mijn maag van de zenuwen. Na een poosje meerde het bootje aan en stapte iedereen uit. In een lange rij van eerstejaars gingen we het prachtige kasteel binnen. De hal waar we binnenkwamen stond vol met hutkoffers, dieren en andere eigendommen van de studenten. Voor de trap bleven we stilstaan. Boven aan de trap stond een oude vrouw, haar grijze haar strak in een knotje. Ik had over haar gelezen. Het was Minerva Mcgonagall, schoolhoofd. Ze was erg oud, had twee oorlogen overleefd en ze kon in een kat veranderen. Ze zei kort iets maar ik kreeg niet mee wat omdat ik het te druk had met rondkijken. De schilderijen hier bewogen. Dat fascineerde me. De rij begon verder te lopen, hierdoor schrok ik op uit mijn gedachten. Struikelend liep ik mee. We liepen een gigantische zaal in. Het had geen plafond! "Het plafond is betoverd!" zei Nyna tegen me. Ik knikte met half open mond terwijl ik nog steeds omhoog keek. Daarna begon ik de zaal in me op te nemen. Er waren vier lange tafels, wij liepen in het midden er tussendoor. Voor ons was een verhoging met een lange tafel waar allemaal leraren aan zaten. De stoel in het midden was leeg. Daar zou Mcgonagall wel moeten zitten. We stopte voor een klein krukje met een oude hoed erop. Het werd helemaal stil in de Grote Zaal en de scheur in de hoed begon te bewegen. Met een oude, krakerige stem begon het een lied te zingen. Het eindige met de woorden "Nou, schiet op en laat het sorteren maar beginnen!" Mcgonagall rolde een stuk perkament uit en keek naar ons. "Als ik je naam roep, kom je naar voren. Daarna zul je gesorteerd worden en ga je bij de juiste afdeling zitten." Ik werd zenuwachtig. "Madison Higgs" Het meisje dat ik omver had gelopen liep naar voren. Ze liep niet al te snel en erg sierlijk. Haar lange haren zaten in een vlecht en ze keek nogal trots.. Op een iet wat enge manier. Ze ging op het krukje zitten en Mcgonagall bracht de sorteerhoed naar haar hoofd. De sorteerhoed had haar haar nog amper aangeraakt of het riep al "Slytherin!" met een sluwe grijns stond Madison van de kruk op en ging ze haast huppelend en sierlijk naar de tafel van Slytherin toe. De hele tafel klapte voor haar. Ze nam plaats en wierp haar blik toen weer naar de rij. "Bianca Thompson" een ander meisje kwam naar voren. Ze werd ingedeeld bij Ravenclaw. Na een aantal andere was ik aan de beurt. "Loïs Johnson" met knikkende knieën stapte ik naar voren en ging ik op het krukje zitten. Met mijn vingers hield ik krampachtig het krukje vast. De sorteerhoed werd op mijn hoofd gezet en viel tot net over mijn ogen. Hij was groot. Ik hoorde hoe de sorteerhoed nadacht. "Geduld van een Hufflepuff, trouwe vriend.. Misschien de hersens van een Ravenclaw, maar daar ben ik niet helemaal zeker van." Ik kneep mijn ogen dicht en wenste niet in Slytherin te komen. Al was het alleen al om niet bij die Madison te zitten. "Hmm hmm... Ja..." Er liep een rilling over mijn rug. "Gryffindor!" werd er hard door de zaal geroepen door de hoed. Er viel een last van mijn schouders. Ik grijnsde breed en liep in snel tempo naar de tafel. Ik struikelde half over het afstapje maar wist mezelf overeind te houden. Onder luid applaus ging ik zitten. Het bloed was naar mijn wangen gestegen. Ik was zo blij.

Ik hoop dat je het niet erg vind dat ik de Engelse namen enzo gebruik. Anders moet je het zeggen, dan pas ik het aan!

zaterdag 16 juli 2011

Nyna

Het werd nog erg gezellig in de coupé. Jared en ik legde Loïs verschillende dingen uit over Hogwarts die we zelf gehoord hadden. Ook gingen we verschillende keren in discussie omdat we dachten verschillende dingen gehoord te hebben. Na een tijdje leek het ook alsof Loïs het minder eng begon te vinden dingen te vragen. We hadden ook nog snoep gehaald bij de kar toen die opnieuw langs was gekomen en we hadden onze magen al aardig gevuld. De verpakkingen van de Smekkies in alle Smaken en de Chocokikkers lagen al op de grond. Voordat we het doorhadden stopte de trein. 'Hè? Zijn we er nu al?' zei ik verbaasd en ik drukte mijn neus tegen het koude glas van het raam. Ik zag een perron en een grote man met een lamp. 'Wow.' hoorde ik ook Jared zeggen die naast me tegen het raam stond. 'Wat is hij groot!' zei Loïs. Ik hoorde dat haar stem een beetje trilde. Volgens mij vond ze het allemaal best spannend. Ik stond op om mijn koffer van het rek te halen, maar voor ik het wist had Jared dat al gedaan. 'Zo. Dat ding is zwaar. Wat zit er wel niet in!' zei hij met een verbaasd gezicht terwijl hij naar mijn koffer wees. 'Ja. Dat is voor mij een weet, en voor jou een vraag. Haal die van Loïs er nou ook maar af, en vlug een beetje.' zei ik gauw. Ik wilde niet dat mensen zouden weten dat ik een hele verzameling van een dreuzel acteur in mijn koffer had zitten. Ik was helemaal gek op Jensen Ackles en had in de loop van mijn leven al aardig wat dingen verzameld. En die dingen moesten natuurlijk allemaal mee. Jared had de koffer van Loïs nu ook naar beneden gehaald. Loïs stond alleen nog steeds naar buiten te kijken. 'Kom mee!' zei ik vrolijk en ik pakte haar hand. Ze keek me een beetje geschrokken aan, maar glimlachte toen. Jared had toen we onderweg waren zijn koffer al naar onze coupé gehaald en met z'n drieën gingen we het perron op. Daar kregen we te horen dat we in bootjes verder moesten. Degene die dat vertelde was een reus van minstens twee bij drie meter.. Oké, misschien was dat een beetje overdreven. Maar hij was wel heel groot. Hij had zich voorgesteld als Rubeus Hagrid. Wij mochten wel Hagrid zeggen. 'Niet meer dan vier per boot! Kom op! Effe een beetje opschieten eerste jaars!' bulderde hij. Niet meer dan vier.. Dat betekende dat je ook met z'n drieën mocht. Jared, Loïs en ik stapten dan ook gezamelijk in een bootje.

Madison

Het had niet lang geduurd voordat ik alle aandacht in de coupé had gekregen. Het zat aardig vol, maar iedereen luisterde naar wat ik had te zeggen. Dit zou mijn groepje worden, op een enkeling na, dat wist ik nu al. Als vrienden zou ik ze niet gaan beschouwen, maar als trouwe dienaren, dat wel. Ik kon goed manipuleren, mooi vertellen, het zou me vast goed van pas komen. Mijn blik gleed door de coupé. Ikzelf zat aan het raam. Naast me zat Lindsey Middleton, ze had lang, golvend blond haar, donkere ogen, een redelijk grote neus en ze was zongebruind. Naast Lindsey zat Sheryll. Sheryll had korte bruine krullen, groene ogen en een moedervlek op haar kin. Ze duwde er met haar vinger op. Sheryll leek me niet bepaald het slimste wezen op aarde. Tegenover Sheryll zat Blake Smith. Hij was een forse jongen, donkerbruin haar dat hij in stekeltjes had zitten en blauwe ogen. Naast Blake zat naast Billius, ook wel Bill, Campbell. Hij was lang en slungelig, had donkerblond net zittend haar en bruine ogen. Hij zag er erg slim uit. Ik moest hem niet onderschatten. Naast Bill en dus tegenover mij zat Patricia Fisher. Ze had wild krullend kastanjebruin haar, veel sproeten en groene ogen. Van haar verwachtte ik niet dat ze lang bij ons zou blijven. Ze zou vast een vrolijk huppelende Hufflepuff worden. "Lindsey, ik zou het erg waarderen als je mijn haren vlocht" zei ik met een gemaakte glimlach. Soms vroeg ik me wel eens af hoe ik het voor elkaar kreeg. Iedereen, pardon, bijna iedereen deed alles wat ik vroeg. Ik beschouwde het als een gave. Gekregen van mijn grootse vader. Lindsey begon mijn haren te vlechten. Ze raakte elke pluk aan alsof het goud was. Dat was haar geraden ook. Ik was trots op mijn haren. Ik liet haar mijn haren doen als blijk van een soort 'vertrouwen' maar eenmaal op school zou ik mijn haren goed wassen. Terwijl Lindsey mijn haren vlocht bekeek ik Patricia. Ze was een halfbloed. Haar vader een tovenaar, haar moeder een dreuzel. Schandalig. Bloed verraad. "Zeg, Patricia, hoe reageerde je moeder toen je de brief kreeg?" Ik legde de nadruk op het woord moeder. "Z-ze was heel erg blij dat ze een heks op de wereld had gezet zei ze!" Patricia stotterde een beetje van enthousiasme. Vanbinnen walgde ik. Stomme dreuzel. Halfbloed. Ik moest het van raszuivere hebben. Ik negeerde het feit dat ik zelf ook een halfbloed was. Mijn opa van mijn vaderskant was een dreuzel. Uitschot. Ik hield mezelf voor dat ik raszuiver was. Ik stamde nota bene af van dé Slytherin hemzelf.

Jared

Ik kon mijn lachen nauwelijks inhouden toen ik zo rustig mogelijk bij de coupé van de klassenoudsten vandaan liep. Toen ik een stukje verder was hoorde ik een luide knal en rook ik de geur van de mestbom al. Ik grijnsde en begon te rennen. Ik keek achterom en zag meerdere mensen achter me rennen. 'JA! HIJ DAAR! GRIJP HEM!' hoorde ik een meisje gillen. Oh shit. Ik moest nu toch echt wel een beetje sneller rennen. Ze moesten me niet pakken. Ik schoot de eerste de beste coupé in om toch nog weg te kunnen komen. Ik moest me verstoppen. 'Let niet op mij!' zei ik tegen de twee meisjes die in de coupé zaten terwijl ik onder een bankje kroop. Het bleef een tijdje stil in de coupé, maar natuurlijk kon het niet zo blijven. Er moest altijd gezeur komen. Ik zag een hoofd naast de benen onder het bankje komen. Een paar blonde krullen vielen ook naar beneden en een paar grote blauwe ogen keken me recht aan. 'Hi.' zei ik met een aarzelende glimlach. 'Mag ik vragen waar we je bezoek hier, zo onder mijn bankje enzo, aan te danken hebben of blijft dat voor altijd een raadsel dat ik mijn hele leven met me mee zal moeten dragen enzo? En waar ik dan nachtmerries van krijg en niet kan slapen omdat ik dan steeds weer denk: Wat moest die jongen zo onder mijn bankje, toen ik in de trein zat op weg naar mijn eerste jaar op Hogwarts.' zei ze nogal snel achter elkaar. 'Ehm nou.. Eigenlijk..' Veel tijd om mijn zin af te maken had ik niet. Op dat moment ging de deur van de coupé namelijk open en kwam het gezicht van de boze klassenoudste die geschreeuwd had dat ze me moesten grijpen om het hoekje kijken. 'Hebben jullie toevallig een jongen gezien? Zwart haar, nog niet erg lang. Het zag eruit als een eerste jaars. Ik kon zweren dat hij deze coupé in rende. Hij heeft een mestbom laten ontploffen in onze coupé.' zei ze. Ze was furieus. Ik deed al een schietgebedje, terwijl ik zo onder het bankje lag. 'Nee, sorry. Niet gezien. Maar als we hem zien zullen we het je meteen komen zeggen.' zei het blonde meisje dat weer overeind was gekomen toen de deur open was gegaan. Ik keek naar het meisje dat tegenover haar zat, met bruine krullen. Ze keek even schichtig naar me. 'Oké. Dankjewel. Fijne dag nog verder.' zei de klassenoudste. Toen de coupé dichtging, kwam het hoofd van het blonde meisje weer naar beneden. 'Volgens mij kun je nu wel weer gewoon op een bankje gaan zitten.' zei ze nonchalant. 'Ja.. Ehm.. Dankjewel..' zei ik terwijl ik me onder het bankje vandaan wurmde en naast haar óp het bankje ging zitten. 'Echt heel erg bedankt.' zei ik toen ik goed en wel zat en met mijn hand door mijn haar was gegaan. 'Mijn naam is Jared Black.' 'Nyna Matthews.' zei het blonde meisje en ik knikte even. 'Loïs Johnson.' hoorde ik het andere meisje zeggen en ik keek naar haar. 'Aangenaam kennis met jullie te maken, Nyna Matthews en Loïs Johnson.' zei ik met een glimlach.

woensdag 13 juli 2011

Loïs

Nu zat ik niet meer alleen. Een klein deel in me vond dat jammer, het andere was blij en opgewonden. Ik was altijd een buitenbeentje. Mensen namen vaak niet de moeite om met me te praten. Ze vonden me saai. Ik bekeek Nyna voorzichtig. Ze zag er als een spontaan iemand uit. Vast zo'n persoon dat mij ook niet zag staan. "Is dit ook je eerste jaar op Hogwarts?" vroeg Nyna, nog steeds met dezelfde interesse waarmee ze naar mijn naam vroeg. Ik knikte twee keer en sloeg wat ongemakkelijk mijn benen over elkaar. "Ik ben zo ongelofelijk opgewonden!" zei Nyna met een grote grijns. Ik glimlachte onzeker. Vanbinnen kon ik mezelf iets aandoen. Doe vrolijk terug. Doe niet zo verlegen. Voel je op je gemak. Ik haalde diep adem door mijn neus en ging weer anders zitten. Een brandende vraag drong mijn hoofd in. Ik kon het niet tegenhouden. Ze zou me vast raar gaan vinden. "Weet jij wat modderbloedje betekend?" flapte ik eruit. Ik zag Nyna's gezicht vertrekken. Foute boel. Had ik mijn mond maar gehouden. "Heeft iemand je zo genoemd? Zijn je ouders dreuzels?" vroeg Nyna. Ik knikte. "Schandalig!" "Maar wat betekend het dan?" "Het is een scheldwoord, voor heksen en tovenaars wiens ouders dreuzels zijn." zei Nyna, ze keek erg serieus. "Het zal vast niet gemeen bedoelt zijn" zei ik zachtjes en ik bestudeerde mijn schoenen. "Zit er niet mee in. Je wordt vast een geweldige heks! Net als ik!" zei Nyna. Ze probeerde mijn blik te vangen met een warme glimlach. "Wie wilt er iets van de kar?" het piepend geluid van oude, krakkemikkige wieltjes en een oude vrouw kwam in de buurt. Nieuwsgierig stond ik op en liep ik de coupé uit. Voor me stond een kar gevuld met het meest vreemde snoep dat je je maar kon voorstellen. Onder de indruk stond ik te kijken. Uit een andere coupé kwam het meisje van het perron. Zo te zien had ze al vrienden gemaakt. Er liepen twee meisjes achter haar. Een had kort krullend donkerbruin haar en de andere had lang golvend blond haar. Het voorste meisje zag me staan en stopte met lopen. "Sheryll, Lindsey... Ruiken jullie dat ook? Die vieze geur van een modderbloedje." ze keek me gemeen aan. "Laten we weg gaan, voor het onze hersens aantast." Arrogant liep ze weg. De twee meisjes volgde. Ik beet op mijn lip en ging terug de coupé in zonder snoep te kopen. Ik wilde terug naar huis. Dit was niets voor me. Mam had gelijk. Ik wreef in mijn handen. Wat was dat nou weer voor een onzin? Ik liet toch niet zomaar over me heen lopen, dacht ik toen. Ik zou dat meisje eens laten zien wat ik kon! Ik zou laten zien dat dreuzeltelgen ook konden toveren! "Wat kijk jij ineens vastberaden" zei Nyna met een lach. Ik schrok op uit mijn gedachten en schudde mijn hoofd met een glimlach.

dinsdag 12 juli 2011

Nyna

Ik huppelde bijna over het perron heen. Daar stond de vuurrode Hogwarts Express. 'Mam! Kijk, kijk!' zei ik enthousiast. Mijn moeder glimlachte. Ze liep naast me. 'Ik weet het lieverd, ik weet het.' zei ze met haar rustige stem. Ik keek om me heen. Ik zocht mijn vader. Ik had stiekem gehoopt dat hij me toch nog uit zou komen zwaaien, ookal was hij het niet eens met mijn bezoek aan Hogwarts. Hij zou me een jaar niet zien, en ik had gedacht dat, dat wel genoeg reden zou zijn om even langs te komen. Maar ik zag hem nergens staan. Er kwam een teleurgestelde grimas op mijn gezicht. Ik voelde hoe mijn moeder haar hand even op mijn schouder legde en kneep. 'Hij houdt echt wel van je hoor, lieverd.' zei ze zachtjes, maar ik hoorde aan haar stem dat zij ook een beetje teleurgesteld was. 'Het geeft niet hoor mam.' zei ik, terwijl ik me naar haar toe draaide om haar een kus te geven. 'De trein vertrekt zo, ik kan maar beter gaan.' Ik pakte mijn hutkoffer van haar over en gaf haar een dikke knuffel. Ik zette de koffer in de trein en leunde even over het deurtje heen. Precies op het moment dat de trein begon te rijden zag ik een figuur over het perron heen rennen. 'Pap? PAP?!' schreeuwde ik vol verbazing. Ik zwaaide. 'NYNA!' werd er terug geroepen. Ik zwaaide en ik voelde de tranen in mijn ogen al komen. Hij was toch gekomen. Een beetje laat.. Maar hij was er wel. Precies op het moment dat hij iets wilde roepen, maakte de trein een bocht en kon ik hem niet meer zien. Een beetje teleurgesteld leunde ik weer naar binnen. Maar dit mocht de pret niet drukken, ik was op weg naar Hogwarts! En ik was er ontzettend blij mee. Ik pakte mijn loodzware hutkoffer op en begon hem door de gangen van de trein te slepen. Uiteindelijk kwam ik bij een coupé waar maar een persoon zat. Ik schoof de deur open en keek naar het meisje met bruine krullen die in de coupé een beetje dromerig naar buiten zat te kijken. 'Pardon? Mag ik hier zitten? Alles is al vol enzo..' zei ik met een glimlachje. Het meisje keek me een beetje verlegen aan. 'Ja hoor. Ga maar zitten.' zei ze toen. Ik grijnsde en hees met een beetje moeite mijn hutkoffer in het rek. Toen ging ik op de bank tegenover het meisje zitten. 'Mijn naam is Nyna Matthews. En wie ben jij?' zei ik geïnteresseerd. 'Ik ben Loïs. Loïs Johnson.' zei ze. Ik knikte. Loïs Johnson. Dat moest ik onthouden.

Loïs

Vol verbazing had ik naar mijn treinkaartje gekeken. Perron 9 3/4? Dat bestond toch niet. Een beetje in de war stond ik bij perron 9. Mijn vader stond naast me, hij duwde mijn wagentje met mijn hutkoffer en kat. Mijn moeder leek niet zo op haar gemak. Begrijpelijk. Mijn ouders hielden niet van magie. Ze waren ook niet echt blij toen de brief bij ons op de mat viel. Nu waren we hier. Ik leunde tegen de muur tussen perron 9 en 10 toen ik naar achter viel. Ik slaakte een geschrokken kreetje. "Mam?" ik raakte lichtelijk in paniek. Ik was niet meer op het perron waar ik net was. Geschokt draaide ik me om. Er stond een gigantische trein. Boven me hing een bordje met 'Perron 9 3/4'. Vanuit de muur waar ik net doorheen was gevallen, kwamen nu mijn ouders. Ik zag mijn vaders mond letterlijk open gaan van verbazing. Over tien minuten zou de trein vertrekken. Ik liep dichter naar de trein, mijn ouders volgde. Ik had het zo druk met rondkijken en verbaasd doen dat ik tegen een ander meisje opliep. Het meisje viel voorover op de grond terwijl ik nog net overeind bleef. "Kijk uit waar je loopt!" zei ze boos toen ze overeind kwam. Het meisje streek haar lange zwarte haren uit haar gezicht en ik zag dat ze mijn ouders bekeek. "Vuil modderbloedje!" siste ze. Arrogant strak ze haar neus in de lucht en liep ze weg. Wat had ik nu weer verkeerd gedaan? En wat was een modderbloedje? Was het beledigend? Zo klonk het wel. Ik draaide me om naar mijn ouders en haalde mijn schouders op. We liepen naar een ingang van de trein, waar papa me mijn koffer aangaf. Dagda, mijn kat die ik na weken zeuren kreeg, sprong uit het karretje en bleef dicht bij me in de buurt. Ik sleepte de hutkoffer de trein in en bleef even in de deuropening staan. "Tot over een jaar!" zei ik met een grote glimlach terwijl ik eerst mijn moeder en daarna mijn vader een knuffel gaf. "Loïs, ik wil dat je goed oplet met wat je doet. Ik vind het maar niets, die rare tovenaarswereld." zei mijn moeder nog. Ik rolde met mijn ogen. "Laat wat van je horen he!" zei pap. Ik knikte en sjouwde met mijn hutkoffer verder de trein in. Opzoek naar een lege coupé waar ik rustig kon gaan zitten.

Introductie: Nyna Matthews; Jared Black

Naam: Nyna Evanlyn Joanne Matthews
Leeftijd: 11
Uiterlijk: Nyna heeft blond haar dat erg veel krult. Ze heeft een lichte kleur blauwe ogen en een moedervlek op haar linkerwang. Nyna lacht erg veel en straalt daardoor ook vrolijkheid uit. Ze is lang en draagt in haar vrije tijd graag jurkjes over broeken heen en bloesjes.
Afdeling: Griffoendor
Beste vak: Bezweringen en Toverdranken
Slechtste vak: Gedaanteveranderingen
Familie: Nyna is een halfbloed. Haar moeder is een heks en haar vader een dreuzel. Haar vader ging alleen bij haar moeder weg toen hij erachter kwam dat zij een heks was. Door de omgangsregeling kwam Nyna in eerste instantie veel met magie in aanraking, maar ook veel met de dreuzelwereld. Haar vader wil nog steeds niets met magie te maken hebben en vind het niets dat ze naar Zweinstein gaat. Haar moeder moedigt haar alleen maar aan. Nyna vind het heel jammer dat haar vader niets met magie te maken wil hebben. Ze heeft geen broertjes en zusjes.
Toevoeging: Nyna is erg vrolijk en energiek en ziet graag van alles het beste in. Hierdoor is ze ook een klein beetje onhandig. Ze is wel erg leergierig en komt graag nieuwe dingen te weten. Ook is ze nieuwsgierig en vind het niet altijd erg om een regel te overtreden. Nyna gaat graag met nieuwe mensen om en is niet verlegen. Ze legt snel nieuwe contacten en mensen vinden haar snel aardig.

Naam: Jared James Black
Leeftijd: 11
Uiterlijk: Jared heeft zwart haar, dat een beetje lang-ig is. Het is ook vaak warrig. Hij heeft groene ogen en is al best wel lang voor zijn leeftijd. Jared is een knappe jongen en weet dit ook van zichzelf. Hierdoor heeft hij een beetje arrogante trekjes.
Afdeling: Griffoendor
Beste vak: Verweer tegen de Zwarte Kunsten
Slechtste vak: Geschiedenis van de Toverkunst
Familie: Jared is de zoon van Paige Mannering en Sirius Black. In het jaar dat Sirius stierf heeft hij bij zijn oude vriendin, Paige dus, nog een kind verwekt. Op de dag dat Sirius stierf, vertelde Paige dat ze zwanger was. Sirius had niet veel tijd om hierop te reageren omdat er meteen hierna een noodgeval was waarin Harry betrokken was. Hij zei dat hij er later op terug zou komen, maar hier was dus geen tijd voor. Paige was er kapot van maar had toch besloten om haar kind te houden. Sirius had aan niemand verteld dat hij een vriendin had, en Paige vond dat ook beter zo. Ze voedde haar zoon op met magie en houdt erg veel van hem. Ze herkent Sirius erg in hem.
Toevoeging: Jared is nogal arrogant, en dat heeft hij van zijn vader. Ook gaat hij al aardig achter de meisjes aan, ookal is hij nog maar 11. Hij heeft Zwerkbal ambities, maar hij is nog maar een eerstejaars, en eerstejaars mogen geen bezem hebben. Jared is dan wel arrogant, maar ook erg trouw naar zijn vrienden toe. Hij weet dat zijn vader vroeger een Faunaat was, en streeft hier ook wel een klein beetje naar. Jared geeft niet gauw op en vind Zweinstein helemaal geweldig.

Introductie: Loïs Johnson; Madison Higgs

Naam: Loïs Blodwyn Johnson
Leeftijd: 11
Uiterlijk: Bruin gekruld haar dat tot net over haar schouders valt. Er zitten blonde high-lights in. Ze heeft blauwe ogen, een blanke huid en is best lang en slank.
Afdeling: Gryffindor
Beste vak: Kruidenkunde
Slechtste vak: Toverdranken
Familie: Loïs is een dreuzeltelg. Haar ouders zijn allebei dreuzels. Haar broertje en zusje ook. Ze zit hier niet mee. Haar ouders houden niet van magie en al dat gedoe. Ze mocht in eerste instantie ook niet naar Zweinstein, maar naar erg lang zeuren en smeken was het goed.
Toevoeging: Loïs is best onzeker over zichzelf en of ze het wel goed doet op Zweinstein. Ze maakt niet super snel vrienden. Ze doet heel erg haar best op school en wilt alles goed doen, waardoor het soms juist fout gaat. Ze is erg goed in Kruidenkunde en is graag bezig met planten. Dan heeft ze ook nog eens een kat genaamd Dagda als huisdier.

Naam: Madison ‘Maddy’ Lorena Riddle-Black (Ze gaat schuil onder de naam Madison Higgs)
Leeftijd: 11
Uiterlijk: Pikzwart glad en glanzend, lang haar. Het komt tot halverwege haar rug. Ze heeft een bleke huid en donkere ogen. Ze is klein en slank en oogt op het eerste moment als een goed lerend meisje. Madison is mooi, waar ze soms gebruik van maakt.
Afdeling: Slytherin
Beste vak: Toverdranken
Slechtste vak: Dreuzelkunde en Waarzeggerij, maar dat is pas vanaf de derde. De rest kan ze goed.
Familie: Madison is de dochter van Tom Marvolo Riddle, beter bekent als Lord Voldemort. Vlak voor hij stierf heeft hij een kind verwekt bij Bellatrix Black, een van zijn trouwste dooddoeners. Haar ouders zijn dus allebei gestorven in de oorlog en ze is opgevoed in een weeshuis. Net zoals Tom. Ze is daar altijd het buitenbeentje geweest. Iedereen was bang voor haar.
Toevoeging: Ze is een sisseltong. Ze kan met slangen praten en heeft wel eens een slang tegen kinderen opgezet die haar pestte. Madison wil macht. Ze leeft er voor. Ze heeft van haar vader meegekregen dat zij hoe dan ook de sterkste heks ooit moest worden. Toen ze vijf was kreeg ze van de directrice van het weeshuis een verzegeld doosje dat van Voldemort en Bellatrix afkwam, niemand had het ooit open gekregen maar zodra Madison met haar vingers over het zegel heen streek ging het open, hierin zat een brief waarin Voldemort en Bellatrix haar dus aanmoedigen sterk te worden. Toch was het een liefdeloze brief. Ze betwijfelt of Voldemort ooit van haar heeft gehouden. Ze aanbidt hem evengoed nog steeds. Hij is haar grote voorbeeld. Ook al is hij dood. Ze doet haar best om in zijn voetstappen te treden. Verder is Madison erg goed op school, ze kan goed leren. Ze is een sterke heks en laat niet snel over zich heen lopen. Ze verafschuwd modderbloedjes en vind dat het tovenaars ras zuiver moet blijven. Dan is ze ook nog eens de erfgenaam van Slytherin, hier loopt ze niet mee te pronken. Het monster in de Geheime Kamer is dood, dus ze kan er eigenlijk helemaal niets mee. Ze is wel trots een echte Slytherin te zijn.