zaterdag 31 augustus 2013

Jared

28 September

Ik sloop op blote voeten de trap af en hield mijn adem even in toen een van de treden kraakte. De leerlingenkamer was donker en ik liet mijn voeten in de schoenen glijden die ik van boven mee had genomen. Ik haalde even diep adem en liep richting het portretgat. "En waar dacht jij naartoe te gaan?" Ik dacht even dat ik een hartverzakking kreeg en draaide me vliegensvlug om. Nyna zat in een stoel dicht bij de openhaard, waar nu alleen nog maar wat kooltjes in smeulden. Ze stak snel een lantaarn aan en in het licht zag ik nu ook het gezicht van Loïs, die achter de stoel stond. "Serieus, ik schrok me bijna dood." siste ik. "Wat doen jullie hier?" voegde ik er in gedempte toon aan toe. "Die vraag zouden we jou ook kunnen stellen. Maar goed, we wachtten jou op natuurlijk. We zijn namelijk nieuwsgierig naar waar jij de hele tijd 's nachts heen glipt." zei Nyna. Ze leek zich veel te veel te vermaken door deze situatie. Loïs daarentegen zag er helemaal niet zo nieuwsgierig uit en keek vooral erg nerveus. Ze zag eruit alsof ze veel liever in haar bed had gelegen op dit moment. "Hoe weten jullie dat ik 's nachts wegglip?" zei ik verbaasd. Naar mijn gevoel was ik de hele tijd heel voorzichtig geweest en had niemand me nog door gehad. "Je valt steeds in slaap tijdens de les." zei Loïs een beetje ongemakkelijk. Nyna knikte. "Bovendien is de onderkant van je gewaad 's ochtends nog nat. Lijkt erop alsof je 's nachts in het natte gras aan het huppelen bent." zei ze triomfantelijk. Ik zuchtte diep. "Goed dan. Ik ben aan het oefenen met zwerkbal." "Heb je echt een bezem gestolen?" vroeg Loïs geschrokken. "Technisch gezien leen ik hem alleen. Ik zet hem elke nacht gewoon weer terug. Bovendien staat het bezemhok vaak niet op slot." mompelde ik. "Goed. Klinkt spannend." zei Nyna. Ze was ondertussen opgestaan en hield haar lantaarn voor zich uit. Ze liep naar het portretgat. Ik keek haar verbaasd aan. "Wat? Waar wachten jullie nog op? Tijd om te vliegen." zei ze, terwijl ze door het portretgat klom. Ik wisselde even een blik uit met Loïs, die zo te zien sterk tegen dit plan was. Ondertussen was Nyna al uit het zicht verdwenen. Ik zuchtte. Ik was helemaal niet van plan geweest deze twee mee te nemen op mijn oefensessies. Maar nu dwaalde Nyna al alleen door het kasteel heen en als ze gepakt zou worden, was het deels mijn schuld. Ik keek naar Loïs. "Ik denk dat we er maar achteraan moeten, voordat ze zich in de nesten werkt." zei ik met een zucht. Loïs haalde even diep adem en knikte toen. Ze liep langs me heen en klom ook door het portret. Ik volgde als laatste. Nyna stond ons op te wachten bij de ingang naar de zesde verdieping. "Kom op dan!" siste ze. Ik drukte mijn vinger tegen mijn mond en liep over de trap naar beneden. "Sssst. We willen echt niet betrapt worden." zei ik bijna geluidloos. Met z'n drieën liepen we zachtjes en voorzichtig door het kasteel. "Ik snap niet dat je nog nooit betrapt bent." zei Nyna, toen we eindelijk buiten stonden. Ik grijnsde. "Ach, als je zo goed bent als ik..." begon ik, en Nyna gaf me een harde stomp tegen mijn schouder. "Au." siste ik, en ik keek haar boos aan. We liepen verder naar het Zwerkbal terrein. Toen we halverwege waren, draaide Loïs zich opeens om. Ze had nog niks gezegd sinds we de leerlingenkamer uit waren gegaan. "Volgens mij zag ik iemand." zei ze zacht. Haar stem klonk een beetje bang. Nyna en ik bleven staan en keken in de richting waarin Loïs keek. Ze had gelijk. Er was inderdaad iemand aan het snelwandelen over het terrein. Nyna was bleek geworden. "Laten we snel teruggaan, voordat we betrapt worden." siste ze. "Wacht." zei ik. Ik had mijn ogen samengeknepen tot spleetjes. "Dat is geen leraar... Moet je kijken hoe klein dat persoon is. Dit is een leerling. Waarschijnlijk ook een eerstejaars." Fluisterde ik. "Laten we toch naar binnen gaan." zei Loïs. Ik schudde zachtjes mijn hoofd. "Nee, nu wil ik ook weten wie hier nog meer 's nachts door het kasteel sluipt." zei ik koppig, en ik liep in de richting waarin het persoon ook liep. Naar het verboden bos.